Afspraak? T +32 (0)9 360 37 41

Niet-concurrentieverplichting bestuurders

Wanneer ruzie binnen een vennootschap ontstaat, komt het voordat één van de zaakvoerders of bestuurders een nieuwevennootschap opricht, teneinde de oude vennootschap rechtstreeks tebeconcurreren. Dit is echter niet zonder risico.

Hoewel er naar Belgisch recht geen expliciete niet-concurrentieverplichting voortvloeiend uit de hoedanigheid van bestuurder of zaakvoerder bestaat, wordt algemeen aanvaard dat op de bestuurder tegenover de vennootschap de verplichting rust om diens verbintenissen te goeder trouw uit te voeren. (B. TILLEMAN, Bestuur van vennootschappen, Brugge, die Keure, 2006, 94)

Artikel 1134, derde lid B.W. legt immers alle medecontractanten de verplichting op de verbintenissen die ze aangaan te goeder trouw ten uitvoer te brengen.

De algemene vergadering heeft evenwel de mogelijkheid om voorafgaandelijk uitdrukkelijk afstand te doen van het concurrentieverbod. Op deze wijze doet ze afstand van het recht om de bestuurder in rechte aan te klagen wegens schending van de loyauteitsplicht. (R. VAN BOVEN, “De vrije beroepsbeoefenaar en de professionele vennootschap”, Not.Fisc.M. 2003, afl. 5-6, 131)

In de rechtsleer wordt aangenomen dat de draagwijdte van het niet-concurrentieverbod in beginsel slechts slaat op de effectief door de vennootschap uitgeoefende activiteiten en zich niet noodzakelijk uitstrekt tot alle activiteiten die in het statutaire doel van de vennootschap zijn omschreven. (B. TILLEMAN, o.c., Brugge, die Keure, 2006, 96)

Of de draagwijdte van het concurrentieverbod zich uitstrekt tot een ondernemingskans (“corporate opportunity”), is bediscussieerd. Aangenomen mag echter worden dat het nemen van een ondernemingskans een fout kan uitmaken, wanneer de raad van bestuur van de betrokken vennootschap deze niet heeft vrijgegeven, ook al wordt deze kans niet gebruikt om de vennootschap concurrentie aan te doen. (H. DEWULF, Taak en loyauteitsplicht van het bestuur in de naamloze vennootschap, Antwerpen, Intersentia, 2002, 773-782)

Het niet naleven van de niet-concurrentieverplichting kan tot aansprakelijkheid en bijgevolg schadevergoeding leiden. Het verdient derhalve aanbeveling zich professioneel te laten bijstaan, alvorens dergelijke beslissingen te nemen.

Het advocatenkantoor heeft een ruime ervaring in het vennootschapsrecht. U kan ons steeds contacteren voor een eerste advies terzake.

Auteur: Kristof De Mulder

maak een afspraak en ontvang de service die u verdient.